DHPA-directeur Hans Bennink over cloud computing
Zoals Green IT vorig jaar de grote hype was, is cloud computing dat dit jaar. Tijd om direct mee te doen met de rage? Nee, zegt Hans Bennink van de brancheorganisatie van hostingproviders. Op het Dutch Datacenter & Hosting Summit (DDHS) op 15 september gaat hij vooral luisteren naar geluiden uit de markt.
De DHPA is een nonprofitorganisatie die zich bezighoudt met de promotie van outsourcing van hosting-, web- en applicatiediensten, de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardig markt-onderzoek en de promotie van de certificatie vanuit de industrie. De organisatie probeert de groei in de hostingindustrie te stimuleren door evenementen, onderzoek, promotie en het onderhouden van relaties. De DHPA is dit jaar nauw betrokken bij de DDHS, die in het teken staat van cloud computing. Sinds begin dit jaar is de 39-jarige Bennink, voorheen werkzaam bij een aantal hostingproviders, directeur van de brancheorganisatie.
"We moeten het belang van cloud computing niet overschatten," zegt Bennink. "In de hostingindustrie gaat wereldwijd dertig miljard dollar om. Cloud computing neemt slechts een half miljard voor zijn rekening." Bovendien is de cloud nog te vaak door storingen onbereikbaar om een reële uitkomst te kunnen vormen voor bedrijfskritische bezigheden.
Gartners voorspellingen over de snelle uitrol van de cloud deelt Bennink niet. Volgens de analisten duurt de mainstream-adoptie van het concept nog zo'n twee tot vijf jaar. "Zo'n vaart zal het niet lopen," zegt Bennink beslist. "We rekenen in onze branche met budgetten van drie jaar en minder dan drie jaar zal het in ieder geval niet duren." Het netwerk kan immers niet in één keer worden ingewisseld. Daarin is geïnvesteerd, net als in het personeel dat hiervoor is ingehuurd.
Door alle onzekere factoren rondom cloud computing wil Bennink op het hostingcongres in Zaandam vooral komen luisteren naar de markt en discussie uitlokken. "Ik ben erg benieuwd wat er uitkomt. We hebben zelf nog niets besloten. Ik kom graag te weten welke richting het opgaat."
Binnen de DHPA worden ontwikkelingen hoe dan ook oplettend gevolgd. Een bestuurslid was onlangs op de HostingCon in Washington, waar uiteraard ook de cloud werd besproken. Bennink: "Als je wilt weten hoe hosting in Nederland er over twee jaar uitziet, moet je in de Verenigde Staten gaan kijken."
In Benninks ogen is er een drietal mogelijkheden waarop hostingproviders met de cloud kunnen omgaan. Allereerst kan een online dienst van bijvoorbeeld Google of Amazon worden ingekocht. Daarnaast kan een aanbieder zijn eigen cloud opzetten. Tenslotte bestaat er de mogelijkheid van kleine samenwerkingsverbanden die gebruikmaken van overcapaciteit. "Dat sluit helemaal aan op de groene gedachte," zegt de woordvoerder van de hostingproviders enthousiast. "Onze branche wordt ervan beticht grote stokers te zijn die het milieu verpesten, maar de werkelijkheid is anders. Vroeger stonden al die servertjes in de bedrijven zelf, bijvoorbeeld bij de directeur op de kamer." Met datacenters en virtualisatie is gezorgd voor efficiëntie en daardoor milieuvriendelijkheid. Bovendien kiezen hostingproviders steeds meer voor ‘groene' oplossingen zoals koeling van machines met buitenlucht, minder koude datacenters en zuiniger stroomgebruik.
Zijn er verder dan geen cloud-oplossingen die nuttig zijn voor de hostingproviders? "Misschien wel," zegt Bennink. "Juist om die te horen kom ik naar het DDHS. Het is voor mij een manier om uit het trechterdenken te komen."
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de website van NetOpus, tijdschrift voor netwerk- en systeembeheerders, 1 september 2009
Reacties
Een reactie posten